Analogieën
De door SaccaS gepubliceerde boeken gaan over ongeziene werelden. Werelden en werkelijkheden die we niet met onze zintuigen waarnemen, maar die we 'slechts' aanvoelen. Dat maakt bespreking ervan lastig, want taal is geschikt om concrete zaken uit de materiële werkelijkheid te bespreken, maar schiet jammerlijk tekort als we abstracte onderwerpen uit het niet-materiële deel van de werkelijkheid willen behandelen. Daarom maken we daarvoor veelvuldig gebruik van analogieën. We gebruiken dan concrete woorden, begrippen en voorstellingen om iets abstracts over te brengen.
Verhalen die analogieën zijn, noemen we mythen, fabels, parabels en sprookjes, en over die verhalen zegt de gevoelsarme en in zijn verstand verstopte vitter: 'Dat zijn allemaal leugens! Die verhaaltjes zijn niet waar!'
Nee duh, dombo! Natuurlijk kunnen dieren niet praten, en natuurlijk bestaan die goden uit de mythen niet, maar hetgeen ze overdragen – en u door het verhaal mogelijkerwijs kunt aanvoelen – bestaat wel!
Waar ook de gemiddelde dombo tegenwoordig wel snapt dat mythen, parabels en fabels een 'diepere betekenis' hebben, en niet letterlijk moeten worden opgevat, daar bleef het sprookje synoniem aan 'verzinsel', 'onecht' en 'kinderachtig'.
En dat laatste toont maar weer eens hoe volwassenen het kind wérkelijk bezien. Men zegt weliswaar kinderen te respecteren, maar de kinderlijke belevingswereld wordt botweg afgedaan als 'onecht'.
Er zijn evenwel ook Kindervrienden die kinderen en hun realiteitsbeleving wél serieus nemen. Zo ook SaccaS. En daarom gebruikt SaccaS voor dit kennismakingsstukje sprookjesidioom.
Sprookjes
Tovenaars, kabouters, heksen, omaconsumerende wolven. U bent volwassen en verstandig, en daarom weet u: allemaal niks van waar! Volbloed fantasiefiguren, acterend in nonsensverhaaltjes voor kinderen!
Edoch, dombo, daarover is heel veel méér te zeggen, en dat doet SaccaS dan ook in Boek II. Daarvoor is hier geen plaats. Hier beperken we ons tot slechts één vraag: 'Hoe weet u eigenlijk dat sprookjes op niets gebaseerde kletspraatverhaaltjes zijn?' U zult die vraag beantwoorden door zoiets te zeggen als: 'Mijn ouders en juf hebben me dat verteld.'
SaccaS beschouwt dat op andere wijze en zegt: 'Men heeft u niet alleen wat verteld, maar men heeft uw hersenen geprogrammeerd tot een bepaalde zienswijze. Een zienswijze die u nu, vele jaren na de initiële inprenting, automatisch, doch vol overtuigd, doet zeggen: 'Sprookjes? Onwaarheid!'
Het is één van de vele dombozienswijzen (een onschuldige) waarmee men u gedurende uw jaren van opgroei heeft opgezadeld, en die u thans meer belemmeren dan u vermoedt. Zienswijzen die het de mens menigmaal onmogelijk maken om zijn of haar geluk te vinden, en die ook het profijt dat u van de boeken van SaccaS zou kunnen hebben ernstig kan reduceren, zoniet geheel verijdelen.
Om het voorgaande ietwat (méér is hier niet mogelijk) te verduidelijken, gebruiken we het voorbeeld van de toverspreuk.
Toverformules
Wat is een toverspreuk? Nee, dat is niet Simsalabim!, of Abracadabra!. Dat soort kreten zijn slechts literaire equivalenten van de 'x' uit de wiskunde.
Toverspreuken zijn er, afhankelijk van het beoogd doel en het toepassingsgebied, in meerdere soorten en maten.
Een toverformule bedoeld om een bewustzijnsverandering te bewerkstelligen, is: een zin, zinsdeel, of woordcombinatie met de potentie om Pling!, het kwartje te laten vallen, of Flits!, een inzicht te doen doorbreken, of, nog ingrijpender: Klik!, een deur te openen, waarvan u niet eens wist dat-ie bestond.
Velen van u kennen het vallende kwartje uit eigen ervaring, en daaraan kunt u zien dat een toverspreuk geen lachwekkende rariteit is, maar iets heel gewoons.
Daarmee is niet gezegd dat alle vallende kwartjes worden veroorzaakt door toverformules, want om als toverspreuk te functioneren, moet een woordgroep niet alleen aan specifieke eisen voldoen, maar ook bewust als zodanig worden geconstrueerd. Dan echter is het resultaat ervan net zo zeker en voorspelbaar als de uitkomst van wiskundige formules, want in de basis zijn de twee dezelfde, en slechts verschillend in symboolgebruik. Zoals de wiskundige de wetten en verhoudingen van getallen en figuren kent en toepast, zo kent en benut de esoterisch wetenschapper de verhoudingen en wetten van Het Woord.
De door SaccaS uitgegeven boeken staan vol met dergelijke toverformules.
Terwijl de letterlijke tekst de lezers vlot het boek door leidt, passeren zij talloze zorgvuldig geconstrueerde woordcombinaties die de capaciteit hebben om Flits!, Pling!, of Klik!, het bewustzijn van de lezer aan te spreken.
Of, en hoe vaak dat gebeurt, is afhankelijk van de individuele lezer. Of juister uitgedrukt: afhankelijk van het beschouwend bewustzijn. Waar de ene mens ettelijke passages leest zonder iets bijzonders op te merken, daar kan een ander op dezelfde bladzijdes door een reeks van Flits!-explosies tijdelijk verblind raken.
Er is evenwel geen kwartjesbombardement nodig om de lezer permanent van zijn of haar sokken te blazen: één enkele Klik! kan een bewustzijnsveranderingsproces ontketenen dat het leven van de betrokkene radicaal en onomkeerbaar verandert.